kort verhaal

Korte verhalen: Bart Smout

Door Bart Smout | beeld: Demian Janssen
3 juni 2019

Superheldenfilm

1

De haas en de schildpad willen een nieuwe superheldenfilm maken. De haas wil een film maken over een haas die heel snel is. De schildpad wil een film maken over een schildpad die heel traag is.

2

Ze besluiten dat ieder zijn zin krijgt. Het wordt een actiefilm met een superheldenduo, haas en schildpad. Juist door hun tegengestelde superkrachten te combineren, verslaan ze alle vijanden.

3

Als bij de première in Cannes de haas en de schildpad het podium betreden, worden ze weggejaagd. De haas kan ontsnappen dankzij zijn snelheid, de schildpad wordt gepakt. Als de haas dat ziet, komt hij terug. De haas wordt vertrapt, de schildpad wordt net zolang tegen een muur geslagen totdat zijn schild in talloze stukjes uiteen springt.

4

Critici prijzen de film om zijn originaliteit, iets wat je niet vaak tegenkomt in het superheldengenre. In de film draagt de haas een korte broek en de schildpad een bandana. Biologen gaan in de natuur op zoek naar hazen met korte broeken en schildpadden met bandana.

5

Als de biologen terugkeren, kijken ze somber. Er zijn geen schildpadden en hazen meer. Sterker nog: de hele natuur is compleet verdwenen. Droevig bouwen de mensen een huis van de film en gaan erin wonen. Ze hopen dat het licht van de projector lang genoeg blijft schijnen om het einde te halen.

 

Hij is niet gek

1

De lucht is grijs als staal. Een dag om je aan te snijden, denkt de adelaar. Hij staat op de rand van een puntige rots. Onder hem de afgrond, zo diep dat je het dal niet ziet. De adelaar leunt voorover en peilt de afstand.

Achter hem klinkt een zacht gegrom. De adelaar kijkt over zijn schouder. Hij ziet niks, alleen kale woestenij. Heeft hij zich vergist?

2

De adelaar kijkt weer naar de lucht en twijfelt. Opnieuw hoort hij iets grommen, dichterbij. De adelaar draait zich om. Geen beweging, nergens.

Is zijn verbeelding op hol geslagen? Het zou niet de eerste keer zijn. De kleur van de lucht doet hem bijvoorbeeld denken aan een mes en daarom is hij bang om te vliegen.

Met zijn rechtervleugel krabt de adelaar aan zijn snavel. Goed, zegt hij tegen zichzelf, die angst voor de lucht is idioot, maar de angst voor het gegrom niet. Misschien is er iets, ook al zie je het niet. Het kan achter een kei zitten, of achter een stuk steen. Het kan ongezien dichterbij sluipen, op je afspringen en je keel doorbijten, terwijl klauwen je maag openhalen.

De adelaar stelt zich voor hoe hij hulpeloos op de grond ligt terwijl het leven uit hem wegvloeit.

3

De derde keer klinkt het gegrom vlakbij. De adelaar kent geen twijfel meer. Tijd voor actie. Hij hoort wat hij hoort, hij is niet gek! Snel slaat hij zijn vleugels uit, stijgt op, en valt in twee helften uiteen.

 

Zandpaard

1

Twee paarden lopen een café binnen. Ze gaan aan de bar zitten en bestellen bier. ‘Alsjeblieft,’ zegt de barvrouw, ‘jullie zien eruit alsof jullie het goed kunnen gebruiken.’

‘Pffff,’ zegt een van de paarden, ‘u zou eens moeten weten waar wij allemaal geweest zijn: op de open velden tussen de loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog, in het leger van Napoleon, langs de grens met Mexico, jagend op Indianen, hoog in de Afghaanse bergen om wapens te vervoeren…’

Het andere paard onderbreekt hem: ‘Kijk in onze ogen en u ziet het vuur en het bloed van de wereld branden en stromen.’

2

De barvrouw schudt haar hoofd en kijkt met een sombere blik in haar ogen door het café. Het spijt haar dat de mensen zo erg zijn, zegt ze, dat onschuldige dieren van hel naar hel worden gestuurd.

De paarden kijken elkaar ernstig aan. ‘U dacht toch niet dat de mensen ons sturen? Het is juist andersom. Laat je niet afleiden door teugels en zadels.’

‘Dus jullie berijden de mensen, willen jullie dat vertellen?’ De paarden knikken. Zo zit het. De barvrouw zet bier op de bar neer. ‘Jullie zijn de baas?’ ‘Nee, nee,’ zeggen de paarden snel en paniekerig, ‘ook wij worden op onze beurt bereden.’ ‘Maar niet door de mensen?’ ‘Nee, niet door de mensen.’

3

De barvrouw slaat haar armen over elkaar en leunt achterover tegen de houten deuren van de drankkast. ‘Door wie dan?’ Haar stem klinkt onverwacht scherp, alsof ze geen genoegen neemt met een half antwoord. Schichtig kijken de paarden in het rond. Ze zoeken naar woorden, stamelen iets onverstaanbaars, tikken met hun hoeven tegen de bar.

De deur zwaait open. Een wervelstorm van zand gevormd als een paard stapt het café binnen. De wervelstorm kijkt naar de barvrouw en haar gasten en zegt: ‘Ik ben het zandpaard. Om mij is nooit gelachen. Zelfs steen en botten verdwijnen door mijn aanraking. De jaren zijn mijn vrienden, de eeuwen zijn mijn familie. Ik ben het zandpaard. Ooit droeg ik een rode neus en een propellerpet. Ook toen moest niemand lachen.’

 

Tarzan the Movie

1

Een aap groeit op in een mensengezin. Zijn ouders verdronken, hij werd verstoten door de groep. De mensen leren de aap mensendingen. Eten met een vork, tellen op de vingertoppen, boeren met de hand voor de mond, slapen onder dekens. De aap is blij met zijn mensengezin, maar als ze een dagje naar de dierentuin gaan, raakt hij van slag bij het zien van andere apen. Krijsend rukt hij aan de tralies, hij moet weggetrokken worden door de leden van zijn mensengezin, het is een dramatisch gezicht, de andere bezoekers van het park kijken ontroerd en gegeneerd weg.

2

Een schrijver leest over het voorval in de krant en denkt: hier kan ik iets mee. Hij schrijft een roman waarin een mensenkind opgroeit bij de apen, die hem echte apendingen leren, zodat hij als volwassene heerst over de jungle en van liaan naar liaan slingert. Maar de man ontmoet op een dag andere mensen en raakt van slag: wie is hij en waar hoort hij?

3

Het boek krijgt matige recensies maar wordt een groot verkoopsucces. Filmrechten worden gekocht, vier jaar later stromen de bioscopen vol. De mensen zijn enthousiast, ze vinden het verhaal mooi, en de special effects zijn ongekend overtuigend. Hoe krijgen ze het toch zo mooi gemaakt tegenwoordig? Vol ongeloof schudden de mensen het hoofd.

4

Ondertussen heeft de aap een vliegticket gekocht en is hij onderweg naar de jungle. In de jungle vindt hij andere apen. Weer wordt hij niet geaccepteerd en verstoten. Terug op het vliegveld jagen de mensen hem weg. Gekke aap, hij moet niet denken dat hij kan blijven vliegen, hij is een beest verdomme, geen mens! De aap trekt verder door de jungle, over toendra’s, langs rivieren en ravijnen. Een tijd lang handelt hij ondergronds in zware metalen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Er zijn relaties, er zijn vriendschappen, er zijn rekeningen die niet worden betaald en de ruzies die daarom ontstaan. Op een dag grijpt een steenarend de aap bij zijn schouders en vliegt met hem weg. Hij wordt een stip aan de horizon en verdwijnt.

5

The End.

Over de auteur

Bart Smout (1983) woont en werkt in Tilburg en schreef onder andere voor de Volkskrant, Tijdschrift Ei en Hard/hoofd. Hij was redacteur van het literaire tijdschrift De Titaan en stond als schrijver onder meer op de podia van Lowlands, Mensen Zeggen Dingen en Festival Tilt. Eind augustus verschijnt zijn roman De geboorte van schuld.

Over de illustrator

Demian Janssen op Behance Demian Janssen op Instagram

Lees meer van

Sterfbed

Door Bart Smout

In de oorlog werd mijn opate werk gesteldin een Duits kamp. Een bombardementsloeg een gat in het hekwaardoor hij ontsnapte. ‘Ik wil een zoon en een kleinzoon’,gromde hij. ‘Ik zal niet stervenvoor ik een zoon en kleinzoon heb.’ Op vijftigjarige leeftijdbombardeert de kanker hem alsnog naar de klote. Hij ligt op zijn sterfbed in het ziekenhuisziet […]

Lees meer uit de categorie kort verhaal

De Toerist: En hij zag dat het goed was

Door Chris Kok

Ik haast me richting de dranghekken en wurm me naar de voorste rij. Aan de andere kant heeft een explosie plaatsgevonden. Een pand staat in de hens, ledematen liggen verspreid over het asfalt. De zon schijnt. Het is een mooie dag.      Ik zie rampen als onvermijdelijk. De mens snakt naar orde, probeert het […]

ontwerp: Artur Schmal Studio / ontwikkeling WordPress: Daniël Philipsen